Onderzoek bevestigt: Bijna één op vijf Belgen is werkverslaafd
Securex trekt aan de alarmbel: hard werken om de verkeerde redenen heeft een negatieve impact op werknemers en werkgevers
Uit onderzoek van Securex blijkt dat bijna één op vijf Belgen (17%) verslaafd is aan zijn werk. Dit zijn de 'workaholics'. Werkverslaving wordt vaak gezien als een positieve eigenschap. Maar zowel de workaholics zelf als hun werkgevers ervaren erg veel nadelen van hun hoge werkritme en hun dwang om te werken. De impact van werkverslaving laat zich zowel thuis als op het werk voelen. Twee derde van de workaholics (66%) merkt op dat dit een zware tol eist op gezondheidsvlak. Ze ervaren bovendien heel wat meer stress, wat de kans op een burn-out verhoogt. Securex voerde onderzoek naar werkverslaving bij 1.552 Belgische werknemers in het voorjaar van 2017.
De voornaamste conclusies zijn:
- Twee op de drie workaholics (66%) zegt dat zijn werk een negatieve invloed heeft op zijn gezondheid. Bij de dwangmatige werkers is dit nog steeds 50% tegenover één op drie bij harde en gewone werkers (31%).
- Workaholics ervaren vaker stress (83%) in vergelijking met dwangmatige en harde werkers (65%) en gewone werkers (40%). Een kwart (25%) van de workaholics en de dwangmatige werkers kent ook een sterk verhoogd risico op een burn-out ten opzichte van de harde en gewone werkers (14%).
- Eén op de vijf workaholics en dwangmatige werkers plant om op korte termijn van werkgever te veranderen, terwijl dit maar 8% is bij andere werknemers.
Vier types werknemers
Securex onderscheidt vier types werknemers: ’workaholics’, ‘gewone’, ‘dwangmatige’ en ‘harde’ werkers. Werknemers scoren zichzelf op de twee dimensies van werkverslaving: hard en dwangmatig werken.
- 61% van de Belgische werknemers werkt niet dwangmatig noch hard, en zijn dus ‘gewone’ werkers.
- 11% van de Belgische werknemers werkt dwangmatig, maar niet hard.
- 12% behoort tot de groep die hard werkt zonder dit dwangmatig te doen.
- Bijna één op de vijf Belgische werknemers (17%) is een workaholic. Zij werken hard en overdreven veel, maar in tegenstelling tot harde werkers doen ze dit dwangmatig. Workaholics hebben ook het gevoel dat ze ‘moeten’ werken uit plichts- of schuldgevoel.
Hoe herken je een workaholic?
Aangezien workaholics de neiging hebben om langer en harder te werken dan hun collega’s, missen ze vaak familiefeestjes en andere sociale events. Ze besteden heel wat meer tijd aan hun werk dan aan hun vrienden, hobby’s, of andere vrijetijdsactiviteiten. Ze werken door terwijl hun collega’s al naar huis zijn. Ze werken ook vaker ‘s avonds en in weekends en nemen consistent werk mee naar huis. Ze hebben bijna altijd haast, en zijn altijd druk bezig, skippen al eens hun lunchpauze en zien er gestresseerd en opgejaagd uit. Ze zijn vaak met meerdere dingen tegelijk bezig en werken de hele tijd tegen deadlines aan. Bij hun vervaagt ook vaak de grens tussen ‘werk’ en ‘niet werk’ doordat ze ontspannende activiteiten kiezen die hun werk verbeteren of aanvullen. Ze voelen zich schuldig als ze vrij nemen van hun werk. Ze rapporteren ook vaak huwelijksproblemen.
Workaholics ervaren negatieve gevolgen op hun gezondheid
Bijna negen op tien workaholics (86%) zegt te veel werk te hebben. Bij de harde en dwangmatige werkers is dit al minder, twee op 3 (67%) en bij de gewone werkers al minder dan de helft (46%). Daarnaast werken twee op de drie workaholics (64%) meer overuren dan gewenst. Terwijl dit maar zo is bij de helft (47%) van de dwangmatige en harde werkers en bij één op de drie (34%) gewone werkers. Workaholics ervaren daarom ook vaker stress (83%) dan de dwangmatige en harde werkers (65%), terwijl ‘maar’ vier op tien van de gewone werkers stress ervaart (40%). Daarnaast hebben 25% van de workaholics en dwangmatige werkers een verhoogd risico op burn-out, terwijl dit slechts 14% is bij de harde en gewone werkers.
Twee op de drie workaholics (66%) geeft aan dat zijn werk een negatieve impact heeft op zijn gezondheid. Bij dwangmatige werkers bevestigt de helft dit, terwijl een derde van de harde en gewone werkers dit opmerken (31%). Vooral workaholics, dwangmatige en harde werkers melden zich frequent ziek (21% is drie keer per jaar of meer afwezig door ziekte of een privéongeval tegenover 13% bij gewone werkers). Daarnaast zijn vooral de workaholics, dwangmatige en gewone werkers langdurig ziek (11% is 21 dagen per jaar of meer afwezig door ziekte of een privéongeval ten opzichte van 6%).
… en op de werkvloer
Ook op de werkvloer zelf ervaren workaholics en dwangmatige werkers directe negatieve gevolgen. Ze gaan bijvoorbeeld minder vaak met plezier naar hun werk (63%) in vergelijking met hun collega’s die hard of gewoon werken (73%). Ze voelen zich vaker slecht in hun vel op hun werk (64% in vergelijking met 39%) en zijn minder vaak tevreden met hun jobinhoud (72% tegenover 78%) en werkomgeving (67% tegenover 76%).
Eén op de vijf workaholics en dwangmatige werkers is op korte termijn van plan ander werk te zoeken (tegenover 8% van de harde en gewone werkers). Op lange termijn gaat het voor de workaholics, dwangmatige en harde werkers zelfs om één op vier (25%), tegenover 16% van de gewone werkers.
Werk niet omdat het moet, wel uit eigen keuze!
“In tegenstelling tot wat men zou verwachten, zijn workaholics niet noodzakelijk meer gemotiveerd om te werken dan hun collega’s. Ze zijn wel anders gemotiveerd. En omdat hun motivatie uit gaat van het negatieve gevoel dat ze ‘moeten’ werken, zijn hun prestaties van mindere kwaliteit.” Hermina Van Coillie, HR Research Expert bij Securex.
Het is juist het dwangmatige karakter en het plichtsgevoel dat de relatie van een workaholic (en een dwangmatige werker) met zijn werk negatief maakt. Hard werken omdat werknemers hun job zinvol en leuk vinden, zonder zich daarbij gedwongen te voelen, zal net energie geven.
Over het onderzoekDeze studie werd uitgevoerd in het kader van ons tweejaarlijks benchmarkonderzoek. Hierin brengen we onder meer tevredenheid, stress, vitaliteit, engagement en duurzame inzetbaarheid van de Belgische werknemer in kaart. De data verzamelden we via online enquêtes. We gebruikten hiervoor 3 steekproeven met loontrekkende werknemers uit de Belgische arbeidsmarkt. De steekproefverdeling stemt elke keer voor de variabelen geslacht, leeftijd, regio en statuut overeen met de verdeling in de Belgische arbeidsmarkt (volgens gegevens van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI) van de FOD Economie). In 2013 (februari en maart) waren dit 2.088 loontrekkende werknemers. Na resampling (de steekproef representatief maken voor een aantal sociodemografische variabelen) telde de steekproef 1.318 respondenten. In 2015 (januari) waren dit 1.754 loontrekkende werknemers. Na resampling telde de steekproef 1.671 respondenten. En in 2017 (januari en februari) waren dit 1.552 loontrekkende werknemers.
|