Werknemers die hun job leuk of zinvol vinden, willen 4 jaar langer werken
Belg voelt steeds zich steeds meer verplicht om langer te blijven werken en dat is geen goede zaak
Niet zozeer de hoeveelheid motivatie, maar wel het type motivatie is doorslaggevend om langer aan de slag te blijven. Dat blijkt uit een studie van HR-specialist Securex bij een representatief staal van 1671 Belgische werknemers.
- Autonoom gemotiveerde werknemers (zij die hun job leuk, interessant, waardevol of zinvol vinden) willen 4 jaar langer werken dan werknemers die niet autonoom gemotiveerd zijn.
- Werknemers die enkel werken omdat het moet (van zichzelf of anderen), tellen dubbel zoveel langdurig afwezigen: 22% is 21 dagen of meer afwezig, versus 10% bij hun collega’s.
- De werkende Belg werkt steeds minder ‘omdat hij dit zelf wil’ en steeds meer omdat ‘hij moet’. Zijn autonome motivatie is sinds 2009 met 7% gedaald.
Zowat iedereen is het erover eens dat er maatregelen nodig zijn om ons pensioenstelsel betaalbaar te houden. Daarbij wordt de verplichting om langer te werken vaak naar voren geschoven als oplossing. Onderzoek van Securex toont nu aan dat niet zozeer de verplichting om langer te werken doorslaggevend is om de gewenste pensioenleeftijd te bereiken. Wel cruciaal is de effectieve ‘wil’ hiertoe, of de zogenaamde autonome motivatie.
Het onderzoek geeft duidelijk aan dat puur autonoom gemotiveerde werknemers (zij die hun job leuk, interessant, waardevol of zinvol vinden) het langst willen werken, namelijk tot 60 jaar. Dat is maar liefst 4 jaar langer dan werknemers die niet autonoom gemotiveerd zijn (tot 56 jaar). Maar nog steeds 7 jaar minder dan de vooropgestelde pensioenleeftijd.
Hermina Van Coillie, HR Research Expert bij Securex verduidelijkt: “Alleen met het verhogen van de ‘ik wil werken’-motivatie of de zogenaamde autonome motivatie, zullen werknemers langer aan de slag blijven. Het verhogen van de ‘ik moet werken’-motivatie heeft geen of zelfs een negatief effect.”
Verder stelt Securex immers vast dat werknemers die enkel werken omdat het moet, dubbel zoveel langdurig afwezig zijn dan hun collega’s: 22% is 21 dagen of meer afwezig door ziekte of privé-ongeval (versus 10% bij hun collega’s). Het verhogen van de autonome motivatie verlaagt het risico op langdurige afwezigheden aanzienlijk.
Bovendien daalt het risico op burn-out bij meer autonome motivatie. Slechts 7% van de autonoom gemotiveerden loopt risico op burn-out. Bij werknemers die enkel werken omdat het moet, is dat bijna de helft (49%).
Zorgwekkende evolutie: we werken steeds minder omdat we dat ‘willen’
Hoewel autonome motivatie één van de sleutels is om mensen langer aan het werk te houden, stelt Securex vast dat de Belgische werknemer steeds minder werkt ‘omdat hij dit zelf ook wil’. Zijn autonome motivatie is sinds 2009 met 7% gedaald. Concreet geeft de Belgische werknemer aan dat hij zijn job vandaag
- minder graag doet (daling met 9%),
- minder boeiend of persoonlijk zinvol vindt (daling met 8%).
We werken steeds meer omdat we ‘moeten’
Voor de Belgische werknemer voelt werken steeds meer aan als een verplichting: zijn ‘moeten’ of gecontroleerde motivatie is met 9% gestegen. Dit wil zeggen dat hij zijn job vandaag vaker doet omdat
- hij zich hiertoe door anderen (partners, ouders, werkgever) gedwongen voelt (stijging met 27%)
- anderen (bijvoorbeeld de overheid) dit van hem verlangen (stijging met 9%).
Anja Van den Broeck, Professor management en motivatiepsychologie aan de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen KU Leuven, voegt toe: “Deze resultaten zijn pittig. Ze zijn een keerpunt in het debat: van moeten naar willen. In plaats van te dreigen met allerlei maatregelen, nodigen ze ons uit na te denken over de vraag ‘Hoe kunnen we werknemers langer “willen” laten werken?’ Hoe creëren we een context die ervoor zorgt dat werknemers hun werk waardevol en boeiend vinden, zodat stress, burn-out en ziekte worden ingedijkt?”
Nood aan nieuwe mindset bij werknemers, bedrijven en overheid
De cijfers geven aan dat we ‘werk’ en de motivatie voor dit werk best anders invullen. Dit kan door een focus op autonomie, verbondenheid (belongingness) en competenties (ABC).
Elke maatregel die hun gevoel van autonomie (A) verhoogt, hen een gevoel van verbondenheid (B) geeft met hun job, organisatie en collega’s, of inspeelt op hun competenties (C), zal ervoor zorgen dat werknemers langer aan het werk willen én kunnen blijven. Dit kan door naar een werkcontext te streven die meer in lijn ligt met hun talenten.
“Het streven naar voldoende autonomie, het werken aan verbondenheid en zingeving, én het inzetten van werknemers op hun talenten is, binnen de bedrijfscontext, een gedeelde verantwoordelijkheid van werkgevers én werknemers.”, stelt Hermina Van Coillie.
Maar ook voor de overheid is er werk aan de winkel. “De overheid zet vooral in op het ‘moet-verhaal’, terwijl we zien dat dit geen toegevoegde waarde heeft voor de gewenste pensioenleeftijd. De evolutie sinds een aantal jaren van autonome naar meer gecontroleerde motivatie verklaart waarom langer werken nog steeds weerstand oproept bij werknemers. De kunst bestaat erin om net die randvoorwaarden te creëren, waarin langer werken voor elke werknemer leuk en zinvol lijkt. Dit kan bijvoorbeeld door het ontwikkelen van een juridisch kader dat maatwerk, job crafting, en tijds- en plaatsonafhankelijk werken faciliteert en ondersteunt”, besluit Hermina van Coillie.
Over het onderzoek Deze studie vond plaats in januari en februari 2017 aan de hand van een online enquête. 1.671 loontrekkende werknemers uit de Belgische arbeidsmarkt namen deel aan de studie. De steekproefverdeling stemt voor de variabelen geslacht, leeftijd, regio en statuut overeen met de verdeling in de Belgische arbeidsmarkt. |